Vrouwelijke seksualiteit verstoppen we niet. Sterker: kijk niet gek op van een vulva lamp of een borstenbloempot.
Waarom mogen mannen wel hun tepels laten zien en worden die van vrouwen op sociale media gecensureerd? Het was de vraag die de ‘Free the nipple’- beweging, in de zoektocht naar gendergelijkheid, de afgelopen jaren stelde. Bijgevolg: allerlei semi-activistische spullen, van T-shirts met de contouren van borsten, sokken met tepelprint tot vaginakettinkjes. Alles om te benadrukken dat er niks geks is aan het vrouwelijke lichaam. Populair onder jonge feministen en millennials, circuleert deze handel in borst- en vagina-accessoires inmiddels al lang niet meer enkel via webshopjes en sociale media.
Begin dit jaar kocht het Centraal Museum Utrecht nog een heuse ‘vaginabroek’ aan. Het ontwerp van de Nederlandse modeontwerper Duran Lantink verwierf wereldfaam in de videoclip Pynk van zangeres Janelle Monáe, die het vrouwelijke geslachtsorgaan bezingt.
Behalve naar het museum lijkt de vulva ook zijn weg te vinden naar de huiskamer. Zo maken de jonge mannen achter Duits designmerk Rrudi een niets verhullende 57 centimeter hoge ‘Punani’-lamp (straattaal voor vagina), inclusief duidelijk zichtbare schaamlippen en clitoris. Het zijn niet alleen jonge ontwerpers die met vrouwelijke vormen, seksualiteit en feminisme aan de haal gaan. Cadeau- en interieurmerken als DOIY, Kitsch Kitchen en Bitten Design produceren in grote oplagen kussens met borsten, bloempotten met tepels en ‘Girlpower’-vazen in de vorm van gebalde vuisten. Opvallende woonaccessoires zijn het zeker, maar stiekem ook een feministische golf die het huis binnenrolt.
Dit artikel verscheel op 11 mei in het Volkskrant Magazine.